Over planten

115. Bleke schubwortel doet alles anders

In April kreeg ik van Hans Hermans, collega schrijver in De Natuurgids, het verzoek om eens over de bleke schubwortel te schrijven. Net over de grens in Plombières had hij schitterende foto's gemaakt van de uitbundige bloei van deze plant. Een week of wat later melden plantenvrienden hier in Brabant dat ze in buurt van Plombières waren geweest en daar bloeiden grote aantallen bleke schubwortel vooral langs de Geul, maar ook bij de Hohnbach! Er is daar duidelijk iets bijzonders te zien geweest.

115. Bloei van bleke schubwortel - Hans Hermans (329K) Bloei van de bleke schubwortel (Foto Hans Hermans)

Bleke schubwortel en de familie

Bleke schubwortel is een inheemse plant uit de bremraapfamilie (Orobanchaceae) en leeft parasitair net als de andere leden van de bremraapfamilie. De officiële naam is Lathraea squamaria. Het eerste deel van de naam betekent 'verborgen' en het tweede deel 'met schubben'. In de familie Lathraea zitten een vijftal planten, allemaal in Europa en Azië. In Nederland hebben of hadden we alleen de bleke schubwortel. De prachtschubwortel (Lathraea clandistina) wordt soms gekweekt omdat de bloemen meer kleur hebben (paars) dan de bleke die een beetje bleek roze is. Soms schijnt de prachtschubwortel te ontsnappen en kan zich dan een tijdje handhaven, maar men rekent de plant in Nederland niet als inheems of ingeburgerd, wel in Vlaanderen.
De schubwortels zijn een paar jaar geleden in de plantensystematiek verhuisd van de helmkruidfamilie naar de bremraapfamilie, maar bijvoorbeeld de Oecologische Flora is van voor die tijd en daarin staan ze dus nog bij de helmkruidfamilie.

115.Schubwortel bloei close up - AenM vdWaay (218K) Bleke schubwortel in close up. Waarschijnlijk zijn de uitstekende gele bolletjes de stampers.(Foto A&M vd Waay)

Zeer zeldzaam of uitgestorven?

Bleke schubwortel (Lathraea squamaria) is in Nederland zeer zeldzaam of misschien moet je wel zeggen dat de plant eigenlijk was uitgestorven. Waarschijnlijk was het uiterste zuidoosten van Zuid-Limburg oorspronkelijk de enige plaats waar de plant groeide in Nederland. De laatste vondst was in 1930 bij Rijckholt. Nu groeit de plant ook nog in Zuid-Limburg, maar volgens de Floron Verspreidingsatlas is de plant daar uitgezaaid. Maar bleke schubwortel kan zich daar blijkbaar wel handhaven. Nog vreemder is dat bleke schubwortel ook groeit in Ridderkerk en al geruime tijd! De plant is daar waarschijnlijk met pootmateriaal terecht gekomen, maar lijkt zich ook daar te kunnen handhaven! Terwijl duidelijk is dat Ridderkerk niet bij het oorspronkelijke areaal hoort: veel kalk en niet te droog en niet te schrale gronden. In Duitsland volgt de plant zo ongeveer de heuvels en bergen, maar is dan toch weer redelijk gewoon aan de Oostzee kust.

De plant

Bleke schubwortel groeit bijna volledig onder de grond en kan daar uitgroeien tot een wortelstok met een lengte van meer dan een meter. Pas tijdens de bloei komt de plant boven de grond, mijn vrienden zagen 'verse' bloemen rond half april, half mei waren ze verbleekt. De bloemen zijn bleek roze en staan in een dichte tros van zo'n 10 cm of meer. Na zaadvorming sterft de bovengrondse tak af en is de plant weer praktisch onzichtbaar. De tweeslachtige bloemen worden bevrucht door hommels en dergelijke. In noodgevallen kan de plant onder de grond zelf bevruchtende, zogenaamde cleistogame bloemen vormen die goede zaden kunnen opleveren. De bloemen lokken insecten en vormen dus nectar, maar die nectar is veel sterker alkalisch dan gebruikelijk en schijnt ook niet lekker te ruiken. Hommels hebben er blijkbaar geen last van, maar waarschijnlijk worden er andere dieren door afgestoten, misschien muizen en dergelijke.

115.Veel bloeistengels bleke schubwortel - Hans Hermans (394K) Een groot aantal bloeistengels bij elkaar. (Foto Hans Hermans)

Een parasiet

Bleke schubwortel is een parasiet die de wortels van loofbomen aftapt voor (bijna) alles wat de plant nodig heeft. De plant heeft zelf geen bladgroen en dus ook geen fotosynthese. Men noemt dat een volledige parasiet, dit in tegenstelling tot de half parasiet die alleen water en voedingsstoffen 'steelt' en er dan met eigen bladgroen zijn bouwstoffen van maakt. De maretak en ratelaar zijn bekende half parasieten, de bremrapen zijn volledig parasiet.

De schubwortel is gezien het gebrek aan bladgroen dan wel een volledige parasiet, maar toch heeft de plant nog iets speciaals. Niet alleen bovengronds, ook ondergronds heeft de plant schubben op de wortelstokken. Op die schubben zitten putjes met harde haren. Als daar een insect op terecht komt, kan het beestje gevangen worden en verteerd. Net als bij bijvoorbeeld zonnedauw. De bleke schubwortel is dus ook een vleesetende plant! Is het dan nog een vol parasiet? Geen idee!
Het vangen van insecten wordt vermeld door verschillende Wikipedia versies, maar niet door de Duitse. Kew Gardens, de beroemde plantentuin in Londen, vermeldt het wel maar zegt dat de geleerden er nog niet uit zijn of het klopt.

Volledige en half parasieten

Vol parasieten hebben geen bladgroen en moeten dus water, voedingsstoffen en bouwstoffen af tappen bij andere planten. Half parasieten hebben in principe alleen mineralen en water nodig want ze hebben bladgroen en kunnen dus hun eigen energiedragers zoals suikers en bouwstoffen zoals eiwitten maken.
Half parasieten tappen dus bij voorkeur die vaten af waarmee de 'gastheer' water en mineralen naar boven pompt. Dat zijn de houtvaten en die zitten in het xyleem van de stengel of de stam. Bij bomen zijn de houtvaten meestal verhout en dus moeilijk toegankelijk. De meeste half parasieten groeien dan ook op kruidachtige planten. Ratelaar en hengel staan op grasachtige en dergelijke. Maretak is de uitzondering: een half parasiet op een boom.

Volledig parasitaire planten moet veel meer stelen want ze hebben geen bladgroen. Groene planten transporteren altijd een deel van hun zelfgemaakte suikers, eiwitten etc. van het blad naar hun wortels want die hebben dat ook nodig. Dat transport naar beneden gaat via vaten in het floëem en die zitten relatief dicht onder de bast. En dus richten volledig parasitaire planten zich bij voorkeur op het floëem.

Bij schubwortel loopt het toch weer helemaal anders. In de meeste bomen hebben xyleem en floëem in de wortels van plaats gewisseld: het floëem zit aan de binnenkant en het xyleem meer aan de buitenkant. Het gevolg: de schubwortels tappen via de wortel alleen af uit het xyleem! Eigenlijk is dat te weinig want de schubwortel kan zelf geen bouwstoffen maken. Maar de schubwortel gebruikt vooral de zeer sterke sapstroom naar boven vroeg in het voorjaar om te groeien en te bloeien en doet het verder rustig aan. Dat lukt waarschijnlijk omdat veel bomen vóór de winter in de wortels reserve bouwstoffen opslaan en die als eerste in het voorjaar naar boven sturen. En daarvan kaapt de schubwortel dan een deel!

115.Schubwortel tussen groen - AenM vdWaay (289K) De bloeiend schubwortel in het voorjaarsgroen. (Foto A&M vd Waay)

De schubwortel moet uiterst voorzichtig zijn met het aftappen van de vaten in het xyleem van de boom. Als de dunne waterkolom in zo'n houtvat door een luchtbel onderbroken wordt tussen wortel en blad, werkt dat vat niet meer en het kan in principe niet gerepareerd worden! Door een strenge winter worden er toch al een aantal van deze xyleem vaten onderbroken en dat kan het einde van boom beteken. En van de schubwortel!
De schubwortel wil de vaten in het xyleem van bomen aftappen, maar dat betekent dus ook dat daarbij het systeem met de dunne waterkolommen niet verstoort mag worden én dat er toch een aftakking moet komen. De schubwortel heeft daarvoor een speciale orgaantjes ontwikkeld, de haustoria. We zijn er nog niet: de sapstroom van de boom bevat te veel water. Voor de boom geen punt: in de bladeren verdampt water via huidmondjes en 'zuigen' de bladeren daardoor nieuw sap aan. Maar de schubwortel heeft geen verdampingsgaatjes onder de grond en dus zijn er speciale gaatjes in de schubben om vocht naar de omringende grond af te voeren.

Ingewikkeld? Helemaal mee eens!

Jan van Dingenen - 2018

Naschrift 1
Dit artikel is deel een serie waarbij de lezers van De Natuurgids een wilde, inheemse plant mochten kiezen en ik zou dan proberen daar een artikel over te schrijven. Onderstaand de artikelen in deze serie die nu op deze site staan.

- 107. Grondster: plant zonder vaste verblijfplaats

- 108. Wolfskers: mooi, beetje eng en zeer giftig

- 109. Bijenorchis en bijen

- 110. Goudveil, bescheiden maar kieskeurig

- 111. Moesdistel, een vriendelijke distel

- 112. Wolfsklauw heeft vreemde gewoonten

- 113. Liefdegras, amourettes en bevertjes

- 115. Bleke schubwortel doet alles anders

- 116. Ereprijs, een moeilijke familie